Vanuit de topsector water wordt al jaren aandacht gevraagd voor het dreigend tekort aan goed geschoolde vakmensen op MBO niveau in de maritieme maakindustrie. Bovendien zal vanaf 2020 het aantal jongeren tussen 15 en 20 jaar gaan afnemen, dus wordt het sowieso moeilijker om voldoende deelnemers aan technische opleidingen, laat staan de jachtbouw industrie te vinden. Om de vooraanstaande positie in de luxe jachtbouw te behouden, de vergrijzing in de industrie te compenseren en te voorkomen dat het werk door gebrek aan capaciteit naar het buitenland verdwijnt, moet de sector nu de handen ineen slaan. Ook regionale overheden in Friesland maken zich zorgen over het behoud van de jachtbouwindustrie op langere termijn, ook binnen het MKB. Het overgrote deel van de Friese jachtwerven is relatief klein en werkt momenteel slechts in beperkte mate samen. Aangezien deze bedrijven voornamelijk concurreren op de Europese of wereldmarkt en niet zozeer in de regio, werkt samenwerking op het gebied van personeelsontwikkeling juist versterkend. De vanuit ROC Friese Poort en mega jachtwerf De Vries Makkum geïnitieerde Yacht Builders Academy wil deze samenwerking stimuleren en ondersteunen. Vandaar het initiatief om branchebreed de samenwerking te verkennen en te investeren in een plan van aanpak waar de hele sector van kan profiteren. De ambitie is om het project ook over andere regio’s met maritieme industrie uit te rollen, waarbij men in Noord Holland wil beginnen.
De Yacht Builders Academy wil volop inzetten op het promoten van de maritieme techniek om meer instroom van leerlingen te bereiken en zich beter te profileren naast andere populaire technische bedrijfstakken als ICT, lucht- en ruimte vaart en mechatronische engineering. De Academy richt zich vooral op de instroom van studenten op vmbo- en havo-niveau, zij-instromers en zittende medewerkers die hun huidige niveau willen verhogen. De essentie van de Yacht Builders Academy is om de opleiding zo goed mogelijk te laten aansluiten op vraag vanuit de (vooreerst regionale) jachtbouw industrie. Dat moet worden bereikt door in nauwe samenspraak met het bedrijfsleven bestaande opleidingen uit te breiden, te verdiepen te verzwaren en waar nodig te innoveren. Zo nodig worden ook nieuwe onderwijsmodules n in gezamenlijkheid ontwikkeld. Een voorbeeld hiervan is een module gericht op het varend personeel aan boord van grote jachten dat in staat is vroegtijdig onderhoud te herkennen en ook zelf uit te voeren zowel als een module gericht op exterieurbouw (teakdekken, RVS appendages) van luxe jachten.
Voor de verwezenlijking van de YBA is de samenwerking met branchegenoten en andere relevante externe partijen van groot belang. ROC Friese Poort en De Vries Scheepsbouw Makkum zoeken daarom samenwerking met VMBO-scholen/vakcolleges, Maritieme Academie Holland en met brancheorganisaties zoals Netherlands Maritime Technology, FME, Koninklijke Metaalunie, NJI en HISWA/HYG. Het bedrijfsleven, zoals scheeps- en jachtbouwers en maritieme toeleveranciers wordt ook bij het YBA betrokken en het is nadrukkelijk de bedoeling dat ook het MKB binnen de YBA gaat participeren. Het Ministerie van OCW is gevraagd om het initiatief te ondersteunen met een RIF subsidie.
Positieve intentie
De NJI herkent en erkent de door het ROC en Feadship gesignaleerde ontwikkeling en is blij dat er nu vanuit de sector zelf initiatief wordt genomen. Wel is het NJI bestuur van oordeel dat de meerwaarde van het project voor de kleine jachtwerven nog niet helemaal uit de verf komt en is het risico aanwezig dat in de gekozen organisatievorm van de YBA slechts een kleine geografisch beperkte groep gaat profiteren van deze opzet. Aangegeven is dat bij het verder inrichten van de samenwerking hieraan beslist nog meer aandacht zal worden gegeven.
Het idee om een groot deel van de activiteiten te laten subsidiëren vinden wij op zich een goede actie, zolang dit maar niet in de weg gaat zitten of zelfs ten koste gaat van andere, voor het MKB net zo vruchtbare initiatieven elders in het land. Ook is het van belang dat de uitstroom zoveel mogelijk voor de Nederlandse industrie behouden blijft. Echter de goede ervaringen die in het verleden in eerdere samenwerkingsprojecten met ROC Friese Poort zijn opgedaan en de intenties zoals die in het Plan van aanpak zijn opgenomen, wekken voldoende vertrouwen om dit initiatief te ondersteunen.