Waar vergrijzing en goedkope vliegtickets er jarenlang voor zorgden dat het aantal bootjes en het recreatief gebruik van het water in Nederland afnamen, heeft de coronacrisis tot een radicale omslag geleid. Sinds vorig jaar loopt het aantal zeilboten, kano’s en vooral sloepen weer op. Het gaat om de eerste stijging sinds 2010.
Dat blijkt uit cijfers van Waterrecreatie Advies, dat de gegevens over ons vaargedrag sinds jaar en dag bijhoudt. “Werven beginnen nu zelfs weer nieuwe boten te bouwen”, zegt directeur Reinier Steensma in een gesprek met NU.nl. Nieuwe boten zijn vanzelfsprekend een stuk duurder dan gebruikte. “Maar er zijn bijna geen boten meer te koop in de tweedehandsmarkt. Dat was vorig jaar al zo en nu is het helemaal feest.”
Mensen die nog een boot in de haven, aan de steiger of in de schuur hadden liggen en er vanaf wilden, hebben dat inmiddels wel gedaan. “Dat waren voor een deel ook zo goed als onverkoopbare boten, boten die al heel lang te koop stonden”, weet Steensma. Met name ouderen wilden van hun boten af.
“Door de vergrijzing werd varen steeds minder populair. De oudere generatie bezat van oudsher een boot, dikwijls een zeilboot, maar op een gegeven moment houdt het zeilen op.” Voor deze generatie was het hebben van een boot nog gebruikelijk. “Mensen gingen nog niet de wereld over, maar bleven veel in eigen land en gingen op vaarvakantie.”
Nederlandse boten zijn altijd al gewild
Door de steeds goedkoper wordende vliegtickets kwam daar een eind aan. “Iedereen kon naar het buitenland en jongeren deden dat ook, in plaats van een boot te kopen of te regelen en in eigen land blijven.” Doordat mensen stopten met varen, maar er in Nederland geen vraag naar hun boten was, werden veel vaartuigen door makelaars tegen soms belachelijk lage prijzen in het buitenland verkocht.
Steensma: “Nederlandse boten zijn altijd gewild geweest, die zijn goed onderhouden. De betere boten gingen de grens over.” Vanaf 2010 nam het aantal boten in Nederland niet meer toe. “Vanaf 2012 zette de daling in, met ongeveer 1 procent per jaar.” Het varen – het gebruik van de vaarwegen – nam al sinds 2003 af.
“Die trend is pas in 2020 doorbroken”, zegt de directeur van Waterrecreatie Advies, dat ook Rijkswaterstaat bijstaat in onderzoek naar de waterrecreatie. Zoals buitenlandse reizen voor een afname van het botenbezit en varen zorgden, gebeurt het tegengestelde nu reizen naar het buitenland nauwelijks kan.
Stand-up paddles zijn razend populair
Nederland telt nu bijna 508.000 boten, alles wat als pleziervaartuig vaart meegerekend. Dit zijn zowel schepen die vast in het water liggen als de scheepjes die wanneer ze niet in gebruik zijn op de wal worden getrokken of gestald, soms op trailers. “De verhouding zeilboot-motorboot is ongeveer fiftyfifty.” Steensma denkt dat de liefde voor de boot en het water ook na de coronacrisis blijft bestaan. “Mensen komen erachter dat hier veel meer te beleven valt. De tochten in het weekend en de dagtochten zullen wel beklijven.” Dat steeds meer huizen aan het water worden gebouwd, draagt daar ook aan bij.
“Wonen aan het water is populair: woning aan het water, bootje in de tuin.” Dat is natuurlijk niet voor iedereen weggelegd en een sloep evenmin. “Die kosten gebruikt rond de 10.000 euro en nieuw tot wel 50.000 euro.” Maar een SUP, een stand-uppaddle, is net als destijds de surfplank bereikbaar voor meer mensen. “En dat zie je ook op het water. Net als sloepen zijn ze razend populair.”
Onderstaand de een overzicht van het aantal en het soort schepen dat vast in het water ligt:
Bron: nu.nl, aangevuld door NJI