Staatssecretaris Keijzer informeert de Tweede Kamer over de tijdelijke subsidieregeling voor de continuïteit van de bruine vloot. Deze regeling is een aanvulling op de steun die deze sector vanuit het generieke steun- en herstelpakket ontvangt. Eenzelfde brief is ook aan de Eerste Kamer gestuurd. Deze steun is aanvullend op het generieke steun- en herstelpakket, waaronder de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren Covid-19 (TOGS), uitstel van betaling van verschillende belastingen, de NOW en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL).
Deze tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot is gericht op bruine vloot ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (mkb), die door omzetverlies liquiditeitsproblemen hebben en daardoor hun vaste en variabele lasten moeilijk kunnen betalen. Ondernemers die deze schepen exploiteren moeten jaarlijks extra kosten maken voor onderhoud en herstel. Deze kosten kunnen niet worden uitgesteld. Het kabinet wil deze historische zeilschepen met erfgoedkarakter niet laten verdwijnen en voorkomen dat er onherstelbare schade aan dit uniek stukje cultuur wordt aangericht en verstrekt daarom aanvullende steun door middel van de tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot. Deze regeling is een aanvullende subsidie voor MKB ondernemers die aantoonbaar een zeilschip exploiteren dat 50 jaar of ouder is en voorziet in een extra tegemoetkoming in de vaste lasten en variabele lasten die samenhangen met het erfgoedkarakter van deze historisch zeilschepen.
Download ‘Kamerbrief over tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot’
PDF document | 4 pagina’s | 237 kB
Kamerstuk: Kamerbrief | 27-05-2021
Met het varend erfgoed de ‘bruine vloot’ worden de ruim 400 schepen traditionele zeilschepen bedoeld die in Nederland varen over het IJsselmeer, Markermeer, de Waddenzee en de Friese meren. Het gebruik van deze schepen voor passagiersvaart zorgt er voor dat deze beter bewaard blijven dan wanneer deze schepen stil zouden liggen aan de wal of op de kant. De regeling wordt uitgevoerd door RVO. Op dit moment treft RVO de voorbereidingen voor het openstellen van deze regeling. Zoals aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van 17 februari jl. verwacht staatssecretaris Keizer van Ek dat deze regeling eind juni 2021 open kan.